Opwekking | Toon Mijn liefde (Aan de maaltijd wordt het stil) (OPW 705)
1 Aan de maaltijd wordt het stil,
als de Meester knielen wil,
en vol liefde als een knecht
elk apart de voeten wast en zegt:
voor-refr: Dit is wat Ik wil dat jullie doen,
dit is waarom Ik bij jullie neerkniel.
Dit is hoe Mijn kerk behoort te zijn,
dit is wat de wereld ziet van Mij,
als je Mij gaat volgen.
refr Toon Mijn liefde
aan de ander
dien de ander
zo heb Ik ook jou liefgehad.
Heb elkaar lief,
wat er ook gebeurt,
dien de ander,
zo heb Ik ook jou liefgehad.
2 In de wereld wordt het stil,
als wij doen wat Jezus wil
en gaan dienen als een knecht,
zoals Hij ons heeft gezegd. Hij zei:
voor-refr: Dit is wat Ik wil dat jullie doen,
dit is waarom Ik bij jullie neerkniel.
Dit is hoe Mijn kerk behoort te zijn,
dit is wat de wereld ziet van Mij,
als je Mij gaat volgen.
refr Toon Mijn liefde
aan de ander
dien de ander
zo heb Ik ook jou liefgehad.
Heb elkaar lief,
wat er ook gebeurt,
dien de ander,
zo heb Ik ook jou liefgehad.
refr Toon Mijn liefde
aan de ander
dien de ander
zo heb Ik ook jou liefgehad.
Heb elkaar lief,
wat er ook gebeurt,
dien de ander,
zo heb Ik ook jou liefgehad.
1 U nodigt mij aan tafel, om dicht bij U te zijn;
te proeven van het leven, dat U deelt door brood en wijn.
U leidt mij in de stilte, ik volg U met ontzag:
een plaats van rust waar ik U ontmoeten mag.
2 U ziet mijn hart en leven, de onrust die verwart;
mijn onbesproken vragen, die er leven in mijn hart.
U kent al mijn gedachten, verbergen kan niet meer:
in vertrouwen leg ik alles voor U neer.
3 De beker in uw handen, neem ik vol liefde aan,
uit handen die verwond zijn, waarin de tekens staan.
Geen woorden meer van oordeel, genade onverdiend,
die aan tafel wordt geproefd en wordt gezien.
4 U deelt met mij de maaltijd, reikt mij verzoening aan.
Uw liefde is nog groter dan de schuld die is voldaan.
U toont mij uw genade, die werkzaam is in mij:
door de kracht van uw genade ben ik vrij!
door de kracht van uw genade ben ik vrij!door de kracht van uw genade ben ik vrij!
door de kracht van uw genade ben ik vrij!
1 Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
Wie op Hem hoopt, wordt niet beschaamd;
ik steun alleen op Jezus' Naam.
1 Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
Wie op Hem hoopt, wordt niet beschaamd;
ik steun alleen op Jezus' Naam.
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
2 Ook als de nacht mijn zicht vervaagt,
toont Hij zijn liefde die mij draagt.
Al woeden stormen om mij heen,
mijn anker rust in Hem alleen.
Mijn anker rust in Hem alleen!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
3 Wanneer Hij komt met luid geschal,
weet ik dat Hij mij kennen zal.
Bekleed met zijn gerechtigheid
ben ik van Hem in eeuwigheid!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
refr Heer, U bent ons fundament.
Zwak wordt sterk, door al uw werk.
In de storm blijft U Heer; hoogste Heer!
